Richtlijn (EU) 2016/1164 wordt als volgt gewijzigd:
1) | Artikel 1 wordt vervangen door: „Artikel 1 Toepassingsgebied 1. Deze richtlijn is van toepassing op alle belastingplichtigen die in een of meer lidstaten aan vennootschapsbelasting onderworpen zijn, met inbegrip van in een of meer lidstaten gelegen vaste inrichtingen van entiteiten die hun fiscale woonplaats in een derde land hebben. 2. Artikel 9bis geldt tevens voor alle entiteiten die door een lidstaat als fiscaal transparant worden aangemerkt.”. |
2) | Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) | Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) | Artikel 9 wordt vervangen door: „Artikel 9 Hybridemismatches 1. Voor zover een hybridemismatch tot een dubbele aftrek leidt:
Een dergelijke aftrek komt evenwel in aanmerking om te worden afgezet tegen dubbel in aanmerking genomen inkomen, hetzij in het desbetreffende belastingtijdvak, hetzij in een later belastingtijdvak. 2. Voor zover een hybridemismatch leidt tot een aftrek zonder betrekking in de heffing:
3. Een lidstaat weigert een aftrek van een betaling door een belastingplichtige voor zover deze betaling direct of indirect dient ter financiering van aftrekbare uitgaven die aanleiding geven tot een hybridemismatch middels een transactie of een reeks transacties tussen gelieerde ondernemingen of waartoe is overgegaan in het kader van een gestructureerde regeling, behoudens voor zover in een van de bij de transactie of reeks transacties betrokken rechtsgebieden met betrekking tot deze hybridemismatch een gelijkwaardige aanpassing is gemaakt. 4. Een lidstaat kan voorzien in de uitsluiting van het toepassingsgebied van:
5. Voor zover een hybridemismatch betrekking heeft op winst van een buiten beschouwing blijvende vaste inrichting die niet aan belasting is onderworpen in de lidstaat waarvan de belastingplichtige fiscaal inwoner is, verplicht deze lidstaat de belastingplichtige ertoe de winst die anders zouden worden toegerekend aan de buiten beschouwing blijvende vaste inrichting, te betrekken in de heffing. Dit is van toepassing tenzij de lidstaat verplicht is de winst vrij te stellen op grond van een door de lidstaat met een derde land gesloten verdrag tot het vermijden van dubbele belasting. 6. Voor zover een hybride overdracht wordt opgezet met het oog op vermindering van de bronbelasting op een uit een overgedragen financieel instrument verkregen betaling aan meer dan een van de betrokken partijen, beperkt de lidstaat van de belastingplichtige het voordeel van die vermindering naar evenredigheid van de netto belastbare inkomsten ter zake van die betaling.” |
5. | De volgende artikelen worden ingevoegd: „Artikel 9bis Mismatches door een omgekeerde hybride 1. Indien een of meer gelieerde entiteiten die geen inwoner zijn in totaal een direct of indirect belang hebben van 50 percent of meer in de stemrechten, de kapitaalbelangen of de rechten op een deel van de winst van een hybride entiteit die is opgericht of gevestigd in een lidstaat, zich bevinden in een rechtsgebied dat of in rechtsgebieden die de hybride entiteit als een belastingplichtige aanmerken, wordt de hybride entiteit beschouwd als inwoner van die lidstaat en belast naar haar winst voor zover die winst niet anderszins wordt belast krachtens de wetgeving van de lidstaat of een ander rechtsgebied. 2. Lid 1 is niet van toepassing op een collectief beleggingsvehikel. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder collectief beleggingsvehikel een beleggingsfonds of -vehikel verstaan dat een ruime verspreiding kent, een gediversifieerde effectenportefeuille aanhoudt en in het land waar het gevestigd is, aan regelgeving ter bescherming van investeerders onderworpen is. Artikel 9ter Mismatches door fiscaal inwonerschap Voor zover een aftrek voor betalingen, lasten of verliezen van een belastingplichtige die fiscaal inwoner is van twee of meer rechtsgebieden, in beide rechtsgebieden aftrekbaar is van de grondslag voor heffing, weigert de lidstaat van de belastingplichtige de aftrek, voor zover in het andere rechtsgebied is toegestaan dat de dubbele aftrek wordt afgezet tegen inkomen dat geen dubbel in aanmerking genomen inkomen is. Indien beide rechtsgebieden lidstaten zijn, wordt de aftrek geweigerd in de lidstaat waar de belastingplichtige volgens het verdrag tot het vermijden van dubbele belasting tussen de twee betrokken lidstaten niet als inwoner wordt aangemerkt.”. |
6) | In artikel 10, lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd: „In afwijking van de eerste alinea evalueert de Commissie uiterlijk op 1 januari 2022 de tenuitvoerlegging van de artikelen 9 en 9 ter, en in het bijzonder de gevolgen van de in artikel 9, lid 4, punt b), bedoelde vrijstelling, en brengt zij daarover verslag uit bij de Raad.”. |
7) | In artikel 11 wordt het volgende lid ingevoegd: „5 bis. In afwijking van lid 1 stellen de lidstaten uiterlijk op 31 december 2019 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan artikel 9 te voldoen en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee. Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2020. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.”. |